Doelstellingen en methodologie

Waarom Trees for Future?

Het Trees For Future-project heeft tot doel verschillende boomsoorten en -herkomsten in bossen te testen in een netwerk van proefpercelen die verspreid zijn over het hele land.

Het doel is deze soorten op verschillende criteria te beoordelen:

  • aanpassing aan huidig en toekomstig klimaat
  • weerstand tegen plagen (insecten) en ziekteverwekkers (ziekten, schimmels)
  • productiviteit en houtkwaliteit voor de houtproductie
  • gevolgen voor biodiversiteit (draagkracht voor fauna en flora, en risico van invasie)
Trees For Future | Plantons aujourd'hui les forêts durables pour nos prochaines générations

Hoe gaat het tewerk?

Stap 1

De boomsoorten en –herkomsten bepalen die het best bestand zijn tegen de klimaatverandering

null
null

Stap 2

Een grondige analyse maken van de geselecteerde soorten om eventuele risico’s (invasiviteit, ziektedragers, enz.) te beperken.

Stap 3

De zaden verzamelen in de landen of regio’s waar deze bomen groeien

null
null

Stap 4

De zaden zaaien in een kwekerij

Stap 5

Bospercelen selecteren waar de milieuomstandigheden (bodem, helling, hydrometrie, hoogte, enz.) geschikt zijn voor de bomen die we testen

null
null

Stap 6

De zaailingen die in de kwekerij zijn gegroeid, overplanten naar onze proefpercelen

Stap 7

De aanplantingen jaarlijks volgen

  • Percentage van zaailingen die aanslaan
  • Aangroei
  • Gezondheidstoestand

null
Parcelles expérimentales et placettes de test pour les essences de nos forêts belges

Het netwerk van percelen

Om deze evaluaties mogelijk te maken, wordt elke geteste soort aangeplant in verschillende ecologische contexten (verschillende bodemtypes en klimaten) over het hele land. De proefpercelen strekken zich uit over 20 are en tellen 400 bomen, zodat de opstand tijdens zijn hele levensduur kan worden gevolgd en alle klassieke bewerkingen die in een aanplanting worden uitgevoerd (snoeien, uitdunnen, enz.), kunnen worden uitgevoerd/getest.  Ons team van vrijwilligers meet regelmatig de groei en de gezondheid van deze aanplantingen om een databank te voeden. Deze databank zal door ons worden geanalyseerd, maar zal ook ter beschikking worden gesteld van wetenschappers en bosbeheerders. De lessen die uit deze follow-up worden getrokken, zijn van uiteenlopende aard (weerstand tegen late vorst, rechtheid van de stam, gevoeligheid voor een insect, enz.) en zullen zich aandienen naarmate de bomen groeien. Op lange termijn zullen zij het mogelijk maken te bepalen welke soorten de beste vooruitzichten bieden voor de duurzaamheid van onze bossen, in functie van de ecologische context (bodem, klimaat).

Het netwerk van percelen staat ook ter beschikking van wetenschappers die dit zouden wensen (bv. voor het bestuderen van een specifieke ziekte bij een geteste soort).

Uiteindelijk zullen alle proefpercelen ook een netwerk vormen van sites waarop de bosbouwmethoden worden getoond die op deze nieuwe soorten moeten worden toegepast.

Ligging van de percelen

Wat te doen in afwachting van de resultaten?

De boseigenaren stellen zich vragen bij de vernieuwing van hun opstanden. Helaas beschikken wij nog niet over voldoende informatie om hen te kunnen adviseren over nieuwe soorten, maar dat is geen reden om het huidige beheer voort te zetten zonder het in vraag te stellen.

Ook moedigen wij de eigenaars aan om hun aanplantingen te diversifiëren, meer gebruik te maken van soorten die momenteel als secundair worden beschouwd (robinia, linde, den, enz.), herkomsten te diversifiëren en vooral zuidelijker herkomstvariëteiten in kleine hoeveelheden te introduceren en te mengen met meer traditionele herkomsten (geassisteerde migratie), en aanplantingen en regeneraties te verrijken met soorten die een laag risico vertonen (bv. donzige eik in regeneraties van wintereik).

De resultaten